perenhout

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  perenhout    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pe·ren·hout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord perenhout
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetperenhouto

  1. een bijproduct van de perenboom, omdat de boom geteeld wordt voor de peren
    • ,,Stof dus die (...) een klassieke uitstraling heeft. De ronde voet is gemaakt van perenhout en de mast van gepareld roestvrij staal", meldt de website van de Tweede Kamer. [2] 
    • Zoals het nieuwe ‘koksmes’ de Lignum 3 van carbonstaal met, zegt de catalogus, minstens 1 procent koolstof. Het ogenschijnlijk doodgewone mes met perenhouten handvat kost bijna 100 euro maar is puur handwerk. Het heeft een hardheid die wordt uitgedrukt in het geheimzinnige HRC 60. [3] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord perenhout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.