personeelskamer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: personeelskamer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- per·so·neels·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van personeel zn en kamer zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | personeelskamer | personeelskamers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de personeelskamer v / m
- ruimte waar het personeel van een onderneming kan rusten
- ▸ De heisa van vandaag was in de personeelskamer ontbrand omdat overdag iemand zich in de smalle doorgang vanuit het buffet lomp had omgedraaid en daarbij per ongeluk de kelner Sysoj had aangestoten op het moment dat deze met gekromde rug, een vol dienblad op zijn opgeheven rechterhand, door de deur de gang op stormde.[1]
- ▸ Een middelbare school in Tilburg heeft de eindexamens aardrijkskunde ongeldig verklaard. Een tas met de havo-examens is dinsdag gestolen uit de personeelskamer.[2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord personeelskamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396
- ↑ Weblink bron “Examen Tilburg ongeldig na diefstal” (03-06-2010), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.