piëdestal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  piëdestal    (hulp, bestand)
  • IPA: /pjedəˈstɑl/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • pië·de·stal, pi·ede·stal
Woordherkomst en -opbouw
  • via Frans piédestal van Italiaans piedestallo, in de betekenis van ‘voetstuk’ aangetroffen vanaf 1599 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord piëdestal piëdestallen
piëdestals
verkleinwoord piëdestalletje piëdestalletjes

Zelfstandig naamwoord

piëdestal m, o

  1. (meubel) voorwerp dat bestemd is om er een beeld, vaas of ander siervoorwerp op te plaatsen
    • De plant werd op een piëdestal in de woonkamer gezet. 
     We zagen de komiek naast een piëdestal waarop een telefoon stond.[4]
  2. (bouwkunde) onderdeel dat de overgang tussen een zuil en de onderlaag vormt
     De opbouw bestaat uit een piëdestal, gezet op een basement van voluutvormige consoles; een opstand van korinthische zuilen en halve pilasters, geflankeerd door gesneden wangstukken met krijgsattributen als kader voor de wapenfiguur; als bekroning een hoofdgestel met gebroken segmentvormig tympaan.[5]
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord piëdestal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
55 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.