pico-
Nederlands
Huidig bestand |
---|
29 |
Uitspraak
- Geluid: pico- (hulp, bestand)
- IPA: /ˈpi.ko/
Woordafbreking
- pi·co-
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Italiaanse piccolo (klein).
Voorvoegsel
pico-
- (natuurkunde) de factor 10−12, weergegeven met symbool p
Antoniemen
Afgeleide begrippen
- picometer (pm), vierkante picometer (pm²), kubieke picometer (pm³), picoliter (pl), picogram (pg), picoseconde (ps), picoampère (pA), picovolt (pV), picowatt (pW), pico-ohm (pΩ), picosiemens (pS), picofarad (pF), picohenry (pH), picobecquerel (pBq), picocoulomb (pC), picogray (pGy), picohertz (pHz), picojoule (pJ), picokatal (pkat), picolumen (plm), picolux (plx), piconewton (pN), picopascal (pPa), picosievert (pSv), picotesla (pT), picoweber (pWb), picocandela (pcd), picokelvin (pK), picomol (pmol)
Verwante begrippen
SI-prefixen voorafgaand aan eenheden in het Nederlands (nld) |
---|
yocto- • zepto- • atto- • femto- • pico- • nano- • micro- • milli- • centi- • deci- • 1 • deca- • hecto- • kilo- • mega- • giga- • tera- • peta- • exa- • zetta- • yotta- |
Gangbaarheid
- Het woord 'pico-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.