piespot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: piespot (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pies·pot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pies zn en pot zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | piespot | piespotten |
verkleinwoord | piespotje | piespotjes |
Zelfstandig naamwoord
de piespot m
- Om één uur had je de middernachtsprint, om drie uur nog eens. Pas dan was het gedaan. Renners sliepen in de cabine of rond de piste, de pastoor kwam zondagochtend de mis doen. Van Looy, Rik Van Steenbergen, die hadden hun eigen mecanicien. Loopjongens moesten eten en drinken halen, ’s nachts de piespot legen. Zo ging dat.” [2]
- Ook uitgestald liggen de opulente sieraden van Ted Noten, in een ouderwetse piespot, dat wel. Waarmee fijntjes wordt ingewreven dat deze pronkzieke objecten zonder uitzondering appelleren aan het menselijke verlangen om je beter voor te doen dat je eigenlijk bent. [3]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord piespot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "piespot" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 6 NOVEMBER 2015 Maarten Scholten
- ↑ Volkskrant JEROEN JUNTE 17 september 2013
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.