pietjesbak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pietjesbak    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpicəzˌbɑk/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • piet·jes·bak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pietjesbak pietjesbakken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

depietjesbakm

  1. (spel) naam voor verschillende Vlaamse volksspelen
     En het lag op mijn tong, de hele tijd, het scheelde geen haar of ik zei het haar: ‘Zeg, ben je Teddy Maertens vergeten, die nog met Crabbe gevochten heeft gedurende de oorlog? Met wie Crabbe pietjesbak speelde tot een stuk in de morgen?’.[1]
    1. dobbelspel met drie dobbelstenen voor twee tot acht spelers
    2. bordspel met twee helften waarop vakken in de vorm van punten zijn aangegeven, een aantal damschijven en een stel dobbelstenen
    3. behendigheidsspel met een grote langwerpige houten kist met een lade en opstaande planken waarbij men stuivers in ronde gaten moet werpen
  2. met vilt beklede achthoekige bak om dobbelstenen in te werpen
     Toevallig weet ik wat `teerlingen in een pietjesbak’ betekent, maar ik vrees dat de meeste Nederlandse lezers dit niet begrijpen.[2]
     Weldra haalt ze ook de "pietjesbak" te voorschijn. Dit is een zeshoekige, met vilt beklede doos, waarin de teerling wordt geworpen.[3]
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord pietjesbak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron De verwondering in: Nieuw Vlaams tijdschrift., jrg. 15 deel 1 nr. 4 (maart 1961), Uitgeverij Ontwikkeling, Antwerpen, p. 549
  2. Weblink bron
    H. Brandt Corstius
    “De strijd tegen smeerpapen; Schokkende brieven van Gerard Walschap” (30 oktober 1998) op nrc.nl
  3. Weblink bron
    F. G. de Ruiter
    “De liggende wip” (4 januari 1983) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.