pijlkoker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pijlkoker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pijl·ko·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pijlkoker pijlkokers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

depijlkokerm

  1. een draagbare houder om pijlen in te bewaren. Het gaat om een meestal buisvormige houder waarin pijlen voor een boog bewaard kunnen worden.
    • Een tweederangs vervanger? Wellicht, maar ook Jobin krijgt de zaal goed vol. Pijlkokers steken boven de hoofden uit, enthousiaste kinderen stellen veel vragen in goed Engels. „Is Findrick echt dood?” vraagt een jongen met een verwachtingsvolle blik in zijn ogen. Jobin lacht. „Daar zeg ik niks over!” Als hij aankondigt nog vele boeken te willen schrijven, gaat er een zucht van opluchting door de zaal. Ouders knikken mee. [2] 
  2. (figuurlijk) maatregelen die men achter de hand houdt om later zo nodig te kunnen gebruiken
    • De identiteit van scholen is verder een hoogst actueel thema vanwege meerdere pijlen die in de pijlkoker van onze overheid gereedliggen om het identiteitsgebonden onderwijs open te breken. Zullen onze eigen scholen straks verplicht worden geïnjecteerd met een dosis ambivalentie ten opzichte van hun kernwaarden? [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pijlkoker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.