pijnzin
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pijnzin (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pijn·zin
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pijn zn en zin zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pijnzin | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de pijnzin m
- het vermogen van een organisme om weefselbeschadiging of dreigende weefselbeschadiging waar te nemen
Synoniemen
- nociceptie
Gangbaarheid
- Het woord 'pijnzin' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pijnzin" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.