pikton
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pikton (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pik·ton
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pik zn en ton zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pikton | piktonnen |
verkleinwoord | piktonnetje | piktonnetjes |
Zelfstandig naamwoord
de pikton v / m
- ton waarin men pek bewaart
- ton gevuld met brandbaar materiaal die men aansteekt om licht te geven bij nachtelijke feesten
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'pikton' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pikton" herkend door:
16 % | van de Nederlanders; |
18 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.