pilon

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /pi.lɔ̃/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  pilon     le pilon     pilons     les pilons  

Zelfstandig naamwoord

pilon m

  1. (gereedschap) stamper (bij een vijzel)
  2. (spreektaal) joint, stickie, toeter
    «Seb m’a laissé tirer un peu sur le pilon qu'il venait de rouler.»
    Seb heeft me van de joint laten trekken die hij net had gedraaid. [1]
Verwante begrippen

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.