pince

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  pince    (hulp, bestand)

Zelfstandig naamwoord

pince v

  1. (gereedschap) tang
  2. (spreektaal) hand, tengel
    «On s'est serré la pince et on a foutu le camp.»
    We gaven elkaar een poot en gingen er vandoor. [1]
  3. (spreektaal) gierigaard, vrek [1]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.