plafonneur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plafonneur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pla·fon·neur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plafonneur plafonneurs
verkleinwoord plafonneurtje plafonneurtjes

Zelfstandig naamwoord

deplafonneurm

  1. (beroep) iemand die plafonneert, een plafondmaker
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord plafonneur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.