plantbed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: plantbed (hulp, bestand)
Woordafbreking
- plant·bed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van plant zn en bed zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plantbed | plantbedden |
verkleinwoord | plantbedje | plantbedjes |
Zelfstandig naamwoord
het plantbed o
- afgegrensd deel van een tuin of akker waarin men jonge planten laat groeien
Gangbaarheid
- Het woord 'plantbed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plantbed" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.