polir

Catalaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /puˈɫi/(oostelijk) , /poˈɫi/(noordwestelijk) , /poˈɫi/(Valencia)
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
poleixo polia polit
3e vervoeging volledig

Werkwoord

polir [1]

  1. reinigen, schoonmaken
  2. glanzend poetsen, polijsten
  3. (figuurlijk) verfijnen
  4. (figuurlijk) versieren
  5. (figuurlijk) (spreektaal) ontvreemden, bestelen
  6. (figuurlijk) (spreektaal) verkopen
  7. (figuurlijk) (spreektaal) verkwisten, verspillen

Verwijzingen

  1. Weblink bron polir in: Diccionari Català-Valencià-Balear, Institut d'Estudis Catalans op dcvb.iec.cat

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  polir    (hulp, bestand)
  • IPA: /poliʁ/
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
polir
/poliʁ/
polissais
/polisɛ/
poli
/poli/
tweede groep volledig

Werkwoord

polir

  1. glanzend poetsen, polijsten
  2. (figuurlijk) verfijnen
  3. (figuurlijk) bijschaven
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Verwijzingen

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /poˈlir/
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
polir
polía
polido
volledig
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.