politieverhoor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  politieverhoor    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • po·li·tie·ver·hoor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord politieverhoor politieverhoren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetpolitieverhooro

  1. (juridisch) gesprek waarbij de politie inlichtingen probeert te verkrijgen van een verdachte
     Ik ben opgeroepen voor een politieverhoor, zei ik.[1]
     Doordat de brandwonden van de aanslagpleger ernstig zijn is het politieverhoor nog niet gestart.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord politieverhoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)
    “Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723
  2. Weblink bron “'Aanslagpleger beschuldigde Japanse tekenfilmstudio van plagiaat'” (19-07-2019), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.