poloshirt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: poloshirt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- po·lo·shirt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van polo zn en shirt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | poloshirt | poloshirts |
verkleinwoord | poloshirtje | poloshirtjes |
Zelfstandig naamwoord
het poloshirt o
- (kleding) een sportshirt met korte mouwen, een kraag, en knoopjes aan de voorkant
- De man droeg een poloshirt, mogelijk met strepen, een donkerblauwe joggingbroek en grijze gympen.[1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord poloshirt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "poloshirt" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Man uit ziekenhuis weggelopen, Burgernet
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.