poon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  poon    (hulp, bestand)
  • IPA: /pon/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • poon
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘beenvis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1693 [1]
  • Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘vaartuig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1577 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord poon ponen
verkleinwoord poontje poontjes

Zelfstandig naamwoord

depoonm

  1. (straalvinnigen) benaming voor zeevissen uit familie Triglidae  in de onderorde schorpioenvisachtigen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord poon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
64 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.