poser

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  poser    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈposər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • po·ser
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord poser posers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deposerv/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) duit
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'poser' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  poser    (hulp, bestand)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
poser
posais
posé
eerste groep volledig

Werkwoord

poser

  1. stellen
  2. plaatsen
  3. (spreektaal) indruk maken
    «Une Lamborghini comme ça, ça pose
    Met zo'n Lamborghini maak je de blits. [1]

Verwijzingen

Noors

Woordafbreking
  • po·ser

Werkwoord

poser

  1. tegenwoordige tijd van pose

Werkwoord

poser

  1. gebiedende wijs van posere

Zelfstandig naamwoord

poser, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van pose

Nynorsk

Woordafbreking
  • po·ser

Werkwoord

poser

  1. gebiedende wijs van posere

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /pɔsɛr/
Woordafbreking
  • po·ser

Werkwoord

poser

  1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het perfectieve werkwoord posrat
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.