potgeld

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  potgeld    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pot·geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord potgeld potgelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetpotgeldo

  1. geld dat men gespaard heeft

Gangbaarheid

  • Het woord potgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.