pottenbakkerswesp
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pottenbakkerswesp (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- pot·ten·bak·kers·wesp
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pottenbakker zn en wesp zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pottenbakkerswesp | pottenbakkerswespen |
verkleinwoord | pottenbakkerswespje | pottenbakkerswespjes |
Zelfstandig naamwoord
de pottenbakkerswesp v / m
- (vliesvleugeligen) Trypoxylon figulus wesp behorend tot de familie van de graafwespen (Crabronidae). Deze soort vangt kleine spinnen die als voedsel gebruikt worden voor de larven. Ze maken hun nest vooral in plantenstengels, houtwormgaten en kleicellen. De grootte varieert tussen de 8 en de 15 mm, waarbij de mannetjes opvallend kleiner zijn dan de vrouwtjes. Hun nestholen worden afgesloten met een laagje klei
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'pottenbakkerswesp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.