pover

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pover    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpovər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • po·ver
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen poverpoverderpoverst
verbogen poverepoverderepoverste
partitief poverspoverders-

Bijvoeglijk naamwoord

pover

  1. teleurstellend klein of gering
    • Dit is een pover resultaat. 
  2. (verouderd) blijk gevend van armoede
     De materiële omstandigheden waren zeer pover.[4]
Synoniemen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord pover povers
verkleinwoord povertje
(poverke)
povertjes
(poverkes)

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

depoverm

  1. (zangvogels) bepaald soort kleine zangvogel met een opvallend oranje of roodbruin gekleurde keel, Erithacus rubecula 

Gangbaarheid

  • Het woord pover staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.