prerogatief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  prerogatief    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pre·ro·ga·tief
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorrecht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1491 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord prerogatief prerogatieven
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetprerogatiefo

  1. voorrecht
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord prerogatief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
52 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.