voorrecht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorrecht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voor·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorrecht voorrechten
verkleinwoord voorrechtje voorrechtjes

Zelfstandig naamwoord

hetvoorrechto

  1. (juridisch) recht, aan een persoon of een lichaam boven anderen toegekend
  2. omstandigheid waardoor men begunstigd is
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voorrecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.