presidentschap
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: presidentschap (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pre·si·dent·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | presidentschap | presidentschappen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het presidentschap o
- ambt, waardigheid van president
- oud-premier van Bunga Bunga-land doet opnieuw een gooi naar het presidentschap
- Het is verleidelijk om na een maand presidentschap Trump en Poetin over één kam te scheren. Ze delen immers hun honger naar macht en rijkdom, zijn geobsedeerd met zichzelf, haten de media, hebben lak aan wetten en instituties en liegen er vrolijk op los. [2]
- tijd dat iemand president is
Hyponiemen
- bondspresidentschap, minister-presidentschap
Gangbaarheid
- Het woord presidentschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.