privéaandeelhouder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: privéaandeelhouder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pri·vé·aan·deel·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van privé bn en aandeelhouder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | privéaandeelhouder | privéaandeelhouders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de privéaandeelhouder m
- (economie) particuliere aandeelhouder
- ▸ Thijs ervaarde dat als een ‘gebrek aan vertrouwen en steun’, zoals hij vandaag ook liet weten. Labille wil hem nu bedanken voor de verwezenlijkingen: ‘Mijnheer Thijs is erin geslaagd de Belgische post te moderniseren en er een competitief bedrijf van te maken met behoud van een constructief sociaal klimaat. Onder de vlag van Thijs heeft het bedrijf ook dit jaar nog belangrijke veranderingen gekend: beursgang, vertrek van de privéaandeelhouder CVC enz...’[1]
- ▸ Het dividend van de Nationale Bank voor de privéaandeelhouders is in belangrijke mate afhankelijk van de opbrengst van een zogenoemde statutaire portefeuille. Dat is een beleggingsportefeuille van ruim 7 miljard die vooral obligaties en ook aandelen van de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) omvat. Maar ook die portefeuille wordt wellicht getroffen door de ontwikkeling op de rentemarkt. De NBB zegt de impact op het dividend nog niet te kunnen aangeven.[2]
Gangbaarheid
- Het woord privéaandeelhouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Eveline Vergauwen“Labille: ‘Bedankt voor het uitzonderlijke werk, mijnheer Thijs’” (Maandag 23 december 2013 om 15:04), De Standaard
- ↑ Weblink bron Pascal Dendooven“Mokerslag duwt Nationale Bank kopje-onder” (Woensdag 21 september 2022 om 17:48), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.