privébankrekening

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  privébankrekening    (hulp, bestand)
  • IPA: /priˈvebɑŋkrekeˌnɪŋ/ (6 lettergrepen)
Woordafbreking
  • pri·vé·bank·re·ke·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord privébankrekening privébankrekeningen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deprivébankrekeningv

  1. (economie) bankrekening die men gebruikt voor de persoonlijke in- en uitgaven
     Een paar maanden na de dood van de twee verstuurde Kuefler eind 2015 nog een kerstkaart waarin hij meldde dat zijn moeder en broer erg ziek waren en geen bezoek wilden. Na zijn aanhouding dacht justitie aanvankelijk dat de man de privébankrekeningen van zijn moeder had geplunderd en dat geld zijn motief was. Maar dat bleek niet het geval. Waarom Kuefler bleef samenwonen met de lijken? Volgens de man was hij zwaar getraumatiseerd na hun dood en daardoor niet in staat goed te handelen. Volgens zijn advocaat vindt Kuefler zichzelf niet gek. „Hij had het toen gewoon moeilijk, omdat zijn geliefde broer en moeder niks hadden geregeld voor hun begrafenissen. Kuefler kon het niet aan dit alsnog te doen.”[1]
     Klanten werd regelmatig gevraagd om betalingen te storten op de privébankrekeningen van beide heren. Volgens curator Nijhoff was dat een belangrijke oorzaak van het faillissement van het bedrijf, in januari van dit jaar.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord privébankrekening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Tom Tates
    “Man woont ruim jaar samen met lijken van moeder en tweelingbroer” (10 oktober 2017), Tubantia
  2. Weblink bron
    Angelique Kunst
    “Almelose kozijnenhandelaren graaiden makkelijk in bedrijfskas” (6 mei 2020), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.