bankrekening

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bankrekening    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɑŋkrekəˌnɪŋ/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bank·re·ke·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bankrekening bankrekeningen
verkleinwoord bankrekeningetje bankrekeningetjes

Zelfstandig naamwoord

debankrekeningv

  1. (economie) (financieel) een rekening-courant bij een bank
    • Zijn bankrekening was leeggemaakt door oplichters. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bankrekening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.