privébezitting

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  privébezitting    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pri·vé·be·zit·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord privébezitting privébezittingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deprivébezittingv

  1. zaken waar men als particulier persoon eigenaar van is; het als particulier persoon eignaar van iets zijn
     ,,Het wordt wel eens vergeten dat Het Lankheet privébezit is en dat gebruik altijd plaatsvindt met goedvinden van de eigenaar. De eigenaar is de Haaksbergse samenleving echt wel ter wille en staat veel toe. Maar het mag niet ten koste van de natuur gaan. Met ook nog deze run bike run door Het Lankheet is dat wel het geval”, vertelt Veelers.[1]
     Trump doneert miljoen uit privébezit aan slachtoffers Harvey: De Amerikaanse president Donald Trump doneert een miljoen dollar uit eigen zak voor hulp aan de slachtoffers van orkaan Harvey. Ook zal zijn regering het Amerikaanse Congres vragen geld beschikbaar te stellen. Dat heeft Tom Bossert, de adviseur voor binnenlandse veiligheid, gemeld.[2]

    Gangbaarheid

    • Het woord privébezitting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

    Verwijzingen

    1. Weblink bron “Tweede Haaksbergse Run Bike Run ter discussie” (09-03-2015), Tubantia
    2. Weblink bron
      Jules van der Leeuw
      “Trump doneert miljoen uit privébezit aan slachtoffers Harvey” (31-08-2017), Tubantia
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.