psycho-

Nederlands

Huidig bestand
55

Uitspraak

Geluid: psycho- (hulp, bestand)

Woordafbreking

psy·cho

Woordherkomst en -opbouw

Van het Latijnse psychologia, van het Oudgriekse ψυχή (psukhē, “geest”)

Voorvoegsel

psycho- ^[1]

ter vorming van woorden die te maken hebben met de ziel, psyche

Afgeleide begrippen

enige woorden met dit voorvoegsel die nog moeten worden aangebracht

psychoanalepticum
psychoanalist
psychoanaliste
psychoanalytica
psychobabbel
psychocurient
psychocuriëntie
psychofarmacum
psychofysioloog

psychogeriater
psychogeriatrisch
psychograaf
psychohygiënist
psycholinguïst
psycholinguïstisch
psychologe
psycholytisch
psychometrica

psychometricus
psychometrisch
psychometrist
psychometriste
psychomotoor
psychonome
psychonomisch
psychopathogeen
psychopathologisch

psychopatholoog
psychoscopist
psychoscopiste
psychose
psychotechnicus
psychotechnisch
psychotherapeute
psychotherapeutisch
psychoticus
psychotraumatologie

Verwijzingen

↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.