raadhuis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  raadhuis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • raad·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord raadhuis raadhuizen
verkleinwoord raadhuisje raadhuisjes

Zelfstandig naamwoord

hetraadhuiso

  1. (geschiedenis) gebouw waar de gemeentediensten gehuisvest waren
     Het paleis doet tegenwoordig dienst als raadhuis en op de plek van het woonhuis van Willem II ligt nu een plein. Daar stond ook een gedenknaald voor Willem II, maar die werd in de jaren 60 afgebroken om ruimte te maken voor een rondweg en een fontein. Omdat de koninklijke familie de grond nooit verkocht heeft, is dat nog steeds eigendom van de Oranjes. "Dat zijn ze gewoon vergeten af te handelen", zegt Peeters.[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • raadhuisdeur
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord raadhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Koning Willem II voelde zich thuis in Tilburg” (Donderdag 9 maart 2017, 15:45), NOS
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.