raadzaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  raadzaal    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈratsal/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • raad·zaal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord raadzaal raadzalen
verkleinwoord raadzaaltje raadzaaltjes

Zelfstandig naamwoord

deraadzaalv/m

  1. zaal waarin een raad (gemeenteraad) vergadert
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord raadzaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.