rabot
Nederlands
Uitspraak
- IPA: / raˈbɔt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- ra·bot
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
rabot v
- (Jiddisch-Hebreeuws) vele (alleen in onderstaande verbindingen)
Typische woordcombinaties
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rabot | rabotten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
rabot
- (waterbeheer) een keersluis met een afsluiting in de vorm van een enkele hefdeur of schofdeur
Gangbaarheid
- Het woord 'rabot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Frans
Uitspraak
- Geluid: rabot (hulp, bestand)
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
rabot | le rabot | rabots | les rabots |
Zelfstandig naamwoord
rabot m
- (gereedschap): schaaf, voor hout, meestal is de blokschaaf bedoeld
Verwante begrippen
- riflard, wastringue, varlope
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Waals
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Zelfstandig naamwoord
rabot
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.