rabot

Nederlands

Uitspraak
  • IPA: /raˈbɔt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ra·bot
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

rabot v

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) vele (alleen in onderstaande verbindingen)
Typische woordcombinaties
enkelvoud meervoud
naamwoord rabot rabotten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

rabot

  1. (waterbeheer) een keersluis met een afsluiting in de vorm van een enkele hefdeur of schofdeur

Gangbaarheid

  • Het woord 'rabot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  rabot    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  rabot     le rabot     rabots     les rabots  

Zelfstandig naamwoord

rabot m

  1. (gereedschap): schaaf, voor hout, meestal is de blokschaaf bedoeld
Verwante begrippen

Meer informatie


Waals

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

rabot

  1. (gereedschap) schaaf

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.