racedag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: racedag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- race·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van race zn en dag zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | racedag | racedagen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de racedag m
- de dag van een snelheidswedstrijd
- De straf wordt opgelegd voor het gebruik van een wit kleed. Het team was aan het begin van de race toestemming gegeven om de auto op een wit kleed te plaatsen bij de stops. Later liet de organisatie aan de teams weten dat het gebruik van een wit kleed niet was toegestaan, waarna Solar Team Twente hiermee is gestopt. Op basis van beelden van de eerste racedag, toen het kleed gebruikt werd, is nu wel een straf opgelegd. [1]
- Marit Bouwmeester gaat na de eerste dag van het Europese kampioenschappen in de Laser Radial-klasse aan de leiding. De regerend olympisch en wereldkampioene sloot de eerste racedag in Barcelona af met twee tweede plaatsen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord racedag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "racedag" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 11-10-17 Solar Team Twente zakt plaats en krijg tijdstraf
- ↑ Tubantia 04-10-17 Bouwmeester goed van start op EK
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.