racedag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  racedag    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • race·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord racedag racedagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deracedagm

  1. de dag van een snelheidswedstrijd
    • De straf wordt opgelegd voor het gebruik van een wit kleed. Het team was aan het begin van de race toestemming gegeven om de auto op een wit kleed te plaatsen bij de stops. Later liet de organisatie aan de teams weten dat het gebruik van een wit kleed niet was toegestaan, waarna Solar Team Twente hiermee is gestopt. Op basis van beelden van de eerste racedag, toen het kleed gebruikt werd, is nu wel een straf opgelegd. [1] 
    • Marit Bouwmeester gaat na de eerste dag van het Europese kampioenschappen in de Laser Radial-klasse aan de leiding. De regerend olympisch en wereldkampioene sloot de eerste racedag in Barcelona af met twee tweede plaatsen. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord racedag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
83 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.