radiomonteur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  radiomonteur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ra·dio·mon·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord radiomonteur radiomonteurs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deradiomonteurm

  1. iemand die voor zijn beroep radio's bouwt, onderhoudt of repareert
    • De radiomonteur bouwde illegale radio's tijdens de Tweede Wereldoorlog voor het Verzet. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'radiomonteur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.