ramo
Italiaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈramo/
Woordafbreking
- ra·mo
Zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud |
---|---|
ramo | rami |
ramo m
- (plantkunde) tak, twijg
- tak, branche
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- ra·mo
enkelvoud | meervoud |
---|---|
ramo | ramos |
Zelfstandig naamwoord
ramo m
- (plantkunde) twijg, takje, afgesneden tak
- boeket, bos, tuil, ruiker (bloemen)
- sliert, rist
- tak, branche
- (medisch) teken, spoor (van ziekte)
- Domingo de Ramos
palmzondag
Verwante begrippen
Verwijzingen
- ramo in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.