redactielid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  redactielid    (hulp, bestand)
  • IPA: /rəˈdɑksiˌlɪt/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • re·dac·tie·lid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord redactielid redactieleden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetredactielido

  1. (beroep) iemand die behoort tot de groep personen die de inhoud van een publicatie of uitzending bepalen
     Hij is nog steeds betrokken bij het Filmjaarboek, zowel als bestuurslid van de Stichting Filmuitgaven als redactielid.[1]
     Van 2005 tot en met 2011 was hij redactielid van De Gids. (…) De Gids, opgericht in 1837 door E.J. Potgieter, zegt zelf het “met voorsprong meest gelezen literaire tijdschrift in het Nederlandse taalgebied” te zijn, met een oplage van 20.000 exemplaren per editie.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord redactielid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    André Waardenburg
    “Al bijna veertig jaar een overzicht van alle films – nog steeds op papier” (5 mei 2020) op nrc.nl
  2. Weblink bron
    Sebastiaan Kort
    “Edzard Mik nieuwe hoofdredacteur De Gids” (1 oktober 2015) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.