reeschaaf
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: reeschaaf (hulp, bestand)
- IPA: / ˈresxɑf / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- ree·schaaf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ree zn "houten lat" en schaaf zn "type gereedschap" [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reeschaaf | reeschaven |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de reeschaaf v / m
- (gereedschap) lange schaaf (met een blok van 70 cm lengte), om reeds geschaafd hout af te werken
Synoniemen
- reischaaf, rijschaaf (uitspraakvariant)
Gangbaarheid
- Het woord reeschaaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reeschaaf" herkend door:
13 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ reeschaaf op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.