regenvlaag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  regenvlaag    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈreɣə(n)ˌvlax/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • re·gen·vlaag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord regenvlaag regenvlagen
verkleinwoord regenvlaagje regenvlaagjes

Zelfstandig naamwoord

deregenvlaagv/m

  1. windstoot met veel regen
  2. korte periode waarin veel regen valt
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord regenvlaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.