vlaag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vlaag (hulp, bestand)
- IPA: /vlax/, /vlaɣən/
Woordafbreking
- vlaag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vlaag | vlagen |
verkleinwoord | vlaagje | vlaagjes |
Zelfstandig naamwoord
de vlaag v / m
- (meteorologie) een plotselinge windstoot, een rukwind, windvlaag
- een opwelling
Verwante begrippen
Hyponiemen
- hagelvlaag, onweersvlaag, regenvlaag, sneeuwvlaag, tussenvlaag, windvlaag, zomervlaag
Afgeleide begrippen
- vlagerig
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord vlaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vlaag" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "vlaag" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vlaag op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.