regeringsjaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  regeringsjaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·ge·rings·jaar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord regeringsjaar regeringsjaren
verkleinwoord regeringsjaartje regeringsjaartjes

Zelfstandig naamwoord

hetregeringsjaaro

  1. periode van een jaar dat iemand aan de macht is
     In zijn eerste regeringsjaar begon Oostenrijks deelname aan de reeks anti-Franse coalitieoorlogen.[2]
     Ministers maken steeds vaker gebruik van het regeringsvliegtuig PH-KBX. In het laatste regeringsjaar van koningin Beatrix was dat vijftien keer, in het eerste jaar van koning Willem-Alexander veertig keer, blijkt uit onderzoek van het AD.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord regeringsjaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Weblink bron “Ministers vliegen vaker met KBX” (06-08-2014,), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.