regeringstijd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  regeringstijd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·ge·rings·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord regeringstijd regeringstijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deregeringstijdm [1]

  1. de periode dat een vorst of regering aan de macht is
     Het biedt kansen voor verdere democratisering van Thailand na bijna twee decennia van legercoups en politieke instabiliteit. Maar het zou ook een terugkeer naar die vicieuze cirkel kunnen betekenen. "Move Forward in de regering brengen is risicovol en kan de regeringstijd verkorten", zegt de directeur van een Thaise denktank tegen persbureau Reuters.[2]
  2. (tijdrekening) tijdrekening volgens de landelijke overheid
     Hele dorpen besloten daarom de nieuwe 'regeringstijd' te negeren. In Ravenswaaij werd de kerkklok een uur teruggezet en de kerkenraad van Schouwen adviseerde dat de kerkdiensten een uur vroeger begonnen dan werd aangegeven door de klok, die op de officiële tijd stond. De Vergadering van Opperrabbijnen besloot de sabbat een uur eerder te laten beginnen.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord regeringstijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Thailand wil een andere regering, maar de vraag is of het leger dat toestaat” (zaterdag 13 mei 2023, 12:06), NOS
  3. Weblink bron “Al 100 jaar gesteggel over een uurtje langer licht” (zaterdag 26 maart 2016, 14:41), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.