reisorder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reisorder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • reis·or·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reisorder reisorders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dereisorderv/m

  1. de opdracht om ergens naartoe te gaan
     Zie een reisorder te bemachtigen,'zei een kruier in een witte voorschoot tegen hem.[2]
Afgeleide begrippen
  • reisorderformulier

Gangbaarheid

  • Het woord 'reisorder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.