reisverbod

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reisverbod    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • reis·ver·bod
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reisverbod reisverboden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetreisverbodo

  1. (juridisch) het strafbaar stellen voor een groep mensen om bepaalde reizen te maken
     De afgelopen jaren kwamen er spelers uit Japan, Australië en de Verenigde Staten, maar dit jaar is het vanwege het coronavirus vooral een Europees WK, zegt organisator Youri Baerveldt. Verschillende deelnemers hebben afgezegd. Soms noodgedwongen, omdat ze niet mochten komen vanwege een reisverbod.[1]
     De relatie tussen China en de Verenigde Staten is de laatste jaren ernstig bekoeld. President Trump verwijt China laks te hebben opgetreden tegen de verspreiding van het coronavirus. Ook hebben de twee landen grote handelsgeschillen. Vorige week werd duidelijk dat de VS overweegt een reisverbod in te stellen voor leden van de Chinese Communistische Partij en hun families.[2]
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord reisverbod staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Vincent van Rijn
    “Mario Kart-gamers met een mondkapje: 'Het is wel zweten'” (VR 21 AUGUSTUS 2020), NOS
  2. Weblink bron “China dwingt VS consulaat in Chengdu te sluiten, Pompeo haalt uit naar Peking” (24-07-2020), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.