renpaard

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  renpaard    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ren·paard
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van ren (van 'rennen') en paard.
enkelvoud meervoud
naamwoord renpaard renpaarden
verkleinwoord renpaardje renpaardjes

Zelfstandig naamwoord

hetrenpaardo

  1. (paardrijden) paard dat gefokt is met het doel om aan paardenrennen deel te nemen
Synoniemen
  • koerspaard
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord renpaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.