renwagen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  renwagen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ren·wa·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord renwagen renwagens
verkleinwoord renwagentje renwagentjes

Zelfstandig naamwoord

derenwagenm

  1. door paarden getrokken wagen die men gebruikt bij een wedstrijd
    • In de aflevering met Mary Dresselhuys ging het overigens óók over een verboden liefde. Een adellijke weduwe beziet de tuinman op zijn tractor... zo bespiedt Phaedra prins Hippolytus op zijn renwagen. [2] 
    • Kinderen maken een rit in de Romeinse renwagen, doen mee met allerlei spellen, leren Latijn in de Romeinse school en tonen hun creatieve talenten. [3] 
  2. raceauto
    • Enzo Ferrari zag de motor nog als het belangrijkste deel van een renwagen, niet het chassis. Maar de geavanceerde aerodynamica heeft de Formule I-wereld volledig op zijn kop gezet. [4] 
    • Maar ook virtueel racen in de BMW-renwagen van Formule 1-coureur Nick Heidfeld in de beruchte Nordschleife, het bochtenstelsel op de Nürburgring, is een absolute topper onder de jeugd. [5] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'renwagen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.