ridicule
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ridicule (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ri·di·cu·le
Bijvoeglijk naamwoord
ridicule
- verbogen vorm van de stellende trap van ridicuul
Gangbaarheid
- Het woord ridicule staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Engels
enkelvoud | meervoud |
---|---|
ridicule | ridicules |
Zelfstandig naamwoord
Uitspraak
- Geluid: ridicule (VS) (hulp, bestand)
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to ridicule |
he/she/it | ridicules |
verleden tijd | ridiculed |
voltooid deelwoord |
ridiculed |
onvoltooid deelwoord |
ridiculing |
gebiedende wijs | ridicule |
- IPA: /'rɪ.dɪ.kjuːl/
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Latijnse ridiculus.
ridicule
Werkwoord
ridicule
- overgankelijk belachelijk maken, bespotten, ridiculiseren
Frans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk / vrouwelijk |
ridicule | ridicules |
Bijvoeglijk naamwoord
ridicule
Synoniemen
- risible
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.