riempje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: riempje (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- riem·pje
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het riempje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord riem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | riempje | riempjes |
Zelfstandig naamwoord
het riempje o dim. tant.
- (buikpotigen) Bathyomphalus contortus een slakkensoort uit de familie van de Planorbidae . De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1758 door Linnaeus
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord riempje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "riempje" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.