rijkleed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rijkleed (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rij·kleed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rijden ww en kleed zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijkleed | rijkleren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het rijkleed o [1]
- kleding die vrouwen dragen tijdens het paardrijden
- ▸ Anna zag de uitdrukking van Dolly's gezicht, werd verlegen, bloosde, liet haar rijkleed uit haar handen glippen en struikelde erover.[2]
Synoniemen
- rijkostuum, amazonekleed
Gangbaarheid
- Het woord 'rijkleed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.