rijkostuum
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rijkostuum (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rij·kos·tuum
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rijden ww en kostuum zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijkostuum | rijkostuums |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het rijkostuum o
- (paardrijden) kleding die men draagt tijdens het paardrijden
- ▸ Dolly werd getroffen door de schoonheid van haar mooie hoofd met de zwarte krullen die van onder de hoge hoed tevoorschijn sprongen, haar volle schouders en haar slanke taille, van haar hele rustige, gracieuze verschijning in het zwarte rijkostuum.[2]
- ▸ Gekleed in een klassiek rijkostuum beschrijft hij met veel kennis van zaken de aanspanningen van de Twentse Rijtuigenvereniging ‘Koets’n Keerls’ die gisteren in Tubbergen werd verreden.[3]
Synoniemen
- rijkleed, rijkleding
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord rijkostuum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Anna Karenina” (1877), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028276062
- ↑ Weblink bron “Vergapen aan een rijdend museum” (25-07-2010), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.