rijspakwerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rijspakwerk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɛispɑkwɛrək/ (3 of 4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • rijs·pak·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rijspakwerk rijspakwerken
verkleinwoord rijspakwerkje rijspakwerkjes

Zelfstandig naamwoord

hetrijspakwerko

  1. (waterbeheer) oeverbescherming van rijshout en kraagstukken
     De aan de verbetering ten koste te leggen werken zullen bestaan in het verbreeden en verdiepen van de hoofdvaart tusschen Assen en Smilde, dus over een aanzienlijke lengte, het verdedigen van de kanaalboorden met rijspakwerk, kieltuin en stapelzoden, het maken van drie wisselplaatsen, het onder profiel brengen van de kruin van eenige gedeelten stuwdijk door afgraving en ophooging en het maken van een zandkist in den stuwdijk by Assen.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'rijspakwerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    L.G. van Breen
    “Hollands’ Rijshout” (1920), Oosterbaan en Le Cointre, Goes, Plaat 36
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Weblink bron Drentse Hoofdvaart (21-4-1906) in: Schuttevaer, jrg. 17 nr.5, 2 kol. 1
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.